Een boom leeft het beste in de volle grond, in een omgeving waar de ecologische kringloop nog intact is. In stedelijk gebied worden bomen omgeven door wegen, trottoirs, parkeerplaatsen en andere bebouwing. Een moeilijke combinatie want civiele techniek en bomen hebben bijna altijd tegengestelde belangen. Zo heeft bijvoorbeeld een trottoir een grondverdichting van ongeveer 4 MPa. Bomen daarentegen kunnen niet goed wortelen in een bodem die meer dan 2.5 MPa is verdicht. Dat wetende is het niet verwonderlijk dat de conditie van veel bomen in trottoirs te wensen over laat.
Problemen onder de grond
Daarnaast is ondergrondse ruimte, of beter gezegd het gebrek daaraan, een veel voorkomend probleem. Wortels moeten concurreren met een uitdijend web van leidingen, riolering en kabels en krijgen vaak te weinig ruimte om zich op lange termijn goed te kunnen ontwikkelen. Ook het bodemleven is in stedelijk gebied niet altijd op orde, omdat afgevallen blad wordt opgeruimd. Hiermee verwijdert men eveneens de voedingsbron van het bodemleven en doorbreekt men de keten. In voormalige landbouwgronden is het bodemleven door intensief gebruik van kunstmest zelfs vaak totaal verdwenen. Tenslotte komt daar nog bij dat de structuur van de bodem tijdens aanleg- en bouwwerkzaamheden bijna altijd wordt aangetast en verdicht, met een problematische water- en zuurstofhuishouding tot gevolg.
Verbeteren van de groeiplaats
In stedelijk gebied zijn de omstandigheden voor bomen dus doorgaans niet gunstig. Bij het creëren van groeiplaatsen zullen er maatregelen moeten worden genomen om deze te verbeteren. Grondbewerkingen, het omzetten van grond ter verbetering van de structuur, is in bijna alle situaties noodzakelijk. Grondverbetering door middel van het toevoegen van organische stoffen is in vele gevallen wenselijk.
Lees hieronder meer