Bijzondere sierperen

Pyrus calleryana cultivars

Al die robuuste eigenschappen van de sierpeer zijn beslist terug te vinden in de Pyrus calleryana. Onder deze soort vallen een aantal fraaie cultivars die veelal overdadig wit bloeien met talrijke bundels getuilde bloemen, wat ze ook aantrekkelijk maakt voor insecten. Uiteindelijk vormen alle sierperen ook vruchten, maar deze zijn vaak klein en onbeduidend. Omdat ze zo succesvol aanslaan, kunnen ze behalve in siertuinen en parken, ook prima in allerlei stedelijke zones worden aangeplant. 

De Pyrus calleryana 'Chanticleer' is de bekendste cultivar en is misschien ook wel de meest veelzijdige. Hij groeit uit tot 8 - 12meter en krijgt een wat smalle kegelvormige, soms ook eironde kroon. In zijn natuurlijke vorm kan hij laag vertakken, maar hij is ook goed op te kronen tot een fraaie hoogstam laanboom die niet zal misstaan in het straatbeeld. Vooral de witte wolk bloesem die rond april ontstaat, maakt van de boom een echte blikvanger. Daarna wordt het stokje overgedragen aan de fraaie herfstverkleuring in rode en gele tonen. Met zachte winters blijft het blad bovendien vrij lang aanhangen wat de sierwaarde vergroot.

In bloei is de Pyrus calleryana 'Bradford' vrijwel gelijk als de 'Chanticleer', maar in de loop der jaren waaiert bij deze sierpeer de kroon meer uit. In de breedte neemt hij dan net wat meer ruimte, wat hem juist weer aantrekkelijker kan maken voor solitaire aanplant. Net als andere sierperen kan hij bovendien zeer goed tegen luchtvervuiling. De herfstkleur is purperachtig en deze boom staat graag wat meer beschut omdat deze wat minder winterhard is dan de 'Chanticleer'.

Beduidend hoger en breder wordt de Pyrus calleryana 'Aristocrat’ (13-15m) waarvan de kroon een meer, opgaande en piramidale vorm krijgt. Deze sierpeer heeft diepgroene bladeren die in het najaar fraai rood tot purper verkleuren. Ook deze sierpeer weet het voorjaar goed in te luiden met uitbundige tuilen witte bloemen waar dan ook veel bijen en andere insecten op af komen. Hij groeit verder wat sneller dan de 'Chanticleer' en ‘Bradford’. 

Lager en weer smaller in kroon is de Pyrus calleryana 'Redspire'. Deze compact groeiende sierpeer onderscheidt zich ook van de andere cultivars door de vorming van wat grotere bloemen. Net als bij de andere Pyrus calleryana’s is ook bij deze het herfstsilhouet mooi en blijft het blad nog lang aan. In neutrale tot wat kalkrijke grond zal hij het beste groeien en ook met verharding heeft hij weinig moeite. Daardoor kan deze boom ook prima smalle straten en pleinen flankeren. 

Zuilvormige sierpeer

Is de te beplanten ruimte niet groot, dan kan ook worden gekozen voor de Pyrus calleryana 'Capital' die zich smal en opgaand ontwikkelt. Deze sierpeer wordt dan ook maximaal een meter of 3 breed. Het herfstkleed is donkerpurperrood en de boom maakt maar kleine vruchten aan. Dit maakt hem in combinatie met zijn compacte breedtegroei ook een prima keuze voor smal bemeten borders en straten. 

Grijsbladige sierpeer

Een aantrekkelijke sierpeer is ook de Pyrus nivalis (6-10m). Deze middelgrote, elegante boom wordt ook wel ‘Sneeuwpeer’ genoemd omdat deze in het voorjaar met talrijke witte bloemen is overladen. De wat ronde kroon is losjes opgebouwd en dat kan net een wat luchtiger karakter geven aan een tuin of border. Opvallend is ook het blad dat bij het uitlopen wollig en haast zilverwit kleurt om richting de zomer groener en glanzend te worden. Daarbij zorgen de donkergekleurde stam en takken voor een mooi contrast. Na de bloei ontstaan er geelgroene vruchten van handpalmlengte, maar die zijn wel wrang van smaak. Een erg mooie boom die redelijk goed in vorm is te snoeien, maar wel een zonnige plek prefereert. 

Sierlijkste sierpeer

Misschien is de Pyrus salicifolia ‘Pendula’ wel de meest bijzondere sierpeer van het rijtje. Het is een haast mediterraans uitziende boom door zijn zilverkleurige, wilgachtige blad. Daardoor doet hij in uitstraling nauwelijks onder voor de welbekende olijfboom die haast niet weg te denken is uit menig moderne tuin. Sterker nog, de Pyrus salicifolia steekt hem zelfs naar de kroon omdat hij moeiteloos onze winters doorstaat en absoluut geen moeite heeft met een winderige standplaats. Om zijn natuurlijke treurvorm wat in te dammen, is deze boom ook aardig goed te snoeien. Mooi voor aanplant zijn ook de meerstammige varianten die ook heel goed in een boombak of op een daktuin kunnen worden gezet.